Art. 5. Aan de werklieden die tot onderhavig stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toetreden, wordt maandelijks een aanvullende vergoeding betaald door de werkgever, die het bedrag van de aanvullende vergoeding, berekend overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad, maar onverminderd de toepassing van de garantieregeling bedoeld in artikel 10, driemaandelijks bij het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de textielnijverheid en het breiwerk" (hierna het fonds genoemd) kan terugvorderen.
Art. 5. Aux ouvriers accédant au présent régime de chômage avec complément d'entreprise, une indemnité complémentaire est payée mensuellement par l'employeur, qui peut la réclamer sur une base trimestrielle auprès du "Fonds de sécurité d'existence de l'industrie textile et de la bonneterie" (appelé ci-après le fonds) le remboursement du montant de l'indemnité complémentaire, calculé conformément à la convention collective de travail n° 17 du Conseil national du travail, mais sans préjudice de l'application du mécanisme de garantie visé à l'article 10.