3 bis. Afzonderlijke lidstaten mogen niet belemmerd worden om bij de toelating van hout en houtproducten op de markt, ten aanzien van de houtkap en herkomst strengere eisen te stellen dan in deze verordening zijn vastgesteld, betreffende duurzaamheid, de bescherming van het milieu, het behoud van de biodiversiteit en het ecosysteem, de bescherming van leefgebieden van lokale gemeenschappen, de bescherming van gemeenschappen die voor hun overleving van het bos afhankelijk zijn, de bescherming en rechten van de inheemse bevolking en mensenrechten.
3 bis. Pour l'accès au marché du bois et des produits dérivés, il n'est pas interdit à un État membre d'appliquer, au regard de la récolte et de l'origine du bois, des critères plus stricts que ceux du présent règlement, notamment des critères relatifs à la gestion durable des forêts, à la protection de l'environnement, à la conservation de la biodiversité et des écosystèmes, à la protection des communautés locales et de leurs milieux de vie, à la protection des communautés tributaires de la forêt ainsi qu'au respect des droits des populations indigènes et des droits de l'homme.