Deze veranderingen gaan gepaard met een aanzienlijke stijging van het aantal werkende vrouwen (44% in 1992 tegenover slechts 27% in 1970), een verhoging van de huwelijksleeftijd (25,5 jaar voor vrouwen, 28 jaar voor mannen) en een toename van de gemiddelde duur van de leerplicht.
Cette transformation accompagne une élévation importante de l'activité féminine (44 % en 1992, pour 27 % seulement en 1970), de l'âge au mariage (25,5 ans chez les femmes, 28 ans chez les hommes) et de la durée moyenne de la scolarité.