De financiering van de toezichthoudende instantie moet op een zodanige manier geschieden dat haar onafhankelijkheid is gegarandeerd, en de financiering dient hetzij uit de overheidsbegroting hetzij uit verplichte bijdragen van de sector te komen, met inachtneming van de beginselen van billijkheid, transparantie, niet-discriminatie en evenredigheid.
Il convient que le financement de l'organisme de contrôle garantisse son indépendance et qu'il provienne soit du budget de l'État, soit de contributions obligatoires perçues auprès du secteur, dans le respect des principes d'équité, de transparence, de non-discrimination et de proportionnalité.