§ 2 Alle vóór de inwerkingtreding van dit hoofdstuk in een verwarmingssysteem bestaande niet thermisch geïsoleerde leidingen en accessoires moeten thermisch geïsoleerd worden in overeenstemming met de eisen van het bijlage 3, zodra er minstens één nieuwe verwarmingsketel op de verwarmingssystemen aangesloten wordt.
§ 2 Tous les conduits et accessoires non calorifugés existants dans un système de chauffage avant l'entrée en vigueur du présent chapitre sont calorifugés suivant les exigences de l'annexe 3, dès qu'au moins une nouvelle chaudière est raccordée à ce système de chauffage.