3º) De in dit artikel bedoelde immuniteit houdt op te bestaan wanneer de getuige, de deskundige of de verdachte, hoewel hij gedurende dertig achtereenvolgende dagen na het tijdstip waarop zijn aanwezigheid niet meer door de rechterlijke autoriteiten werd vereist, de mogelijkheid had het grondgebied van de verzoekende Staat te verlaten, daar desalniettemin is gebleven of op dat grondgebied is teruggekeerd na het te hebben verlaten.
3º) L'immunité prévue au présent article cessera lorsque le témoin, l'expert ou la personne poursuivie, ayant eu la possibilité de quitter le territoire de l'Etat requérant pendant trente jours consécutifs, après que sa présence n'était plus requise par les autorités judiciaires, y est néanmoins demeuré ou y est retourné après l'avoir quitté.