4. deelt de opvatting dat een alomvattende, interinstitutionele benadering ter voorkoming en bestrijding van corruptie (actie 3.1) van belang is, maar is van mening dat de opstelling van de voorgestelde memoranda van overeenstemming tussen OLAF en afdelingen van de Commissie geen twee jaar mag duren en dat daarin bij voorkeur een formelere regeling moet worden opgenomen voor raadpleging en samenwerking in gevallen waarin een vermoeden van onregelmatigheden bestaat;
4. convient de l'importance d'une démarche interinstitutionnelle globale pour prévenir et combattre la corruption (action 3.1) mais considère qu'il ne devrait pas falloir deux ans pour élaborer le protocole d'accord proposé entre l'OLAF et les services de la Commission et estime que ce protocole devrait, de préférence, contenir un mécanisme plus officiel de consultation et de coopération pour les cas présumés d'irrégularité;