De coördinatie van deze rapportage en van het actieplan kan uitgevoerd worden door een specifiek coördinerend minister voor het kinderrechtenbeleid, die ondersteund wordt door een strategische cel uit de administratie (zie ook aanbeveling V.2.1. en V. 2.4. in het verslag van de « Werkgroep kinderrechten », stuk Senaat, nr. 2-725/1, blz. 112-113).
La coordination de ce rapport et du plan d'action peut être assurée par un ministre chargé spécifiquement de la coordination de la politique des droits de l'enfant, avec le soutien d'une cellule stratégique de l'administration (voir aussi la recommandation V.2.1. et V. 2.4. du rapport du groupe de travail « Droits de l'enfant », doc. Sénat, nº 2-725/1, pp. 112-113).