18. beklemtoont dat er een nauwe wisselwerking is tussen dierenbescherming en diergezondheid, zodat de toepassing van het actieplan waar mogelijk zodanig plaatsvindt dat een betere dierenbescherming positieve gevolgen oplevert voor de diergezondheid en dat in het diergezondheidsbeleid steeds ook gestreefd wordt naar verbeteringen van de dierenbescherming, waarbij deze verbeteringen ook meetbaar moeten zijn;
18. relève la corrélation étroite entre la protection des animaux et la santé animale; considère que, dans la mesure du possible, le plan d'action doit être mis en œuvre de manière à garantir que le renforcement de la protection des animaux permette également d'améliorer la santé animale et, inversement, que la politique en matière de santé animale vise également à améliorer la protection des animaux, et ce de façon mesurable;