3. benadrukt de noodzaak van een op gender gebaseerde benadering bij de toepassing van de richtsnoeren, met gerichte acties ten bate van vrouwelijke mensenrechtenactivisten en andere bijzonder kwetsbare groeperingen, zoals journalisten en activisten die zich inzetten voor het bevorderen van economische, sociale en culturele rechten of de rechten van kinderen, of personen die zich inzetten voor de rechten van minderheden;
3. souligne la nécessité de donner une dimension de genre à la mise en œuvre des orientations, à travers des actions ciblées en faveur des défenseurs des droits de l'homme de sexe féminin et d'autres groupes particulièrement vulnérables tels que les journalistes et les défenseurs œuvrant à la promotion des droits économiques, sociaux et culturels et des droits des enfants ou se consacrant aux droits des minorités;