Voor het overige blijkt, zoals het Hof heeft geoordeeld in zijn arresten nrs. 45/2005, 138/2005, 151/2005 en 153/2005, dat de wetgever heeft vastgesteld dat de straffen bepaald in de door hem gewijzigde wet niet op adequate wijze beantwoordden aan de noodzaak om een einde te maken aan de stijging van het aantal slachtoffers van verkeersongevallen en dat zulks een strengere bestraffing vereiste van de misdrijven die daaraan ten grondslag liggen.
Pour le reste, il apparaît, ainsi que la Cour l'a jugé dans ses arrêts n 45/2005, 138/2005, 151/2005 et 153/2005, que le législateur a constaté que les peines prévues par la loi qu'il modifiait ne répondaient pas de manière adéquate à la nécessité de remédier à l'augmentation du nombre de victimes d'accidents de la circulation et que celle-ci requérait une répression plus sévère des infractions qui en sont la cause.