Art. 23. § 1. De geldelijke toestand van de personeelsleden van het Kabinet die behoren tot het federale administratieve openbaar ambt, een dienst van de Staat, een andere overheidsdienst, een autonoom overheidsbedrijf, een instelling van openbaar nut, een instelling, een dienst of een administratie die ressorteert onder de Gemeenschappen of de Gewesten, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of de Franse Gemeenschapscommissie, of tot een inrichting voor gesubsidieerd onderwijs, wordt geregeld als volgt :
Art. 23. § 1 . La situation pécuniaire des membres du personnel du cabinet qui appartiennent à la fonction publique fédérale administrative, à un service de l'Etat, à un autre service public, à une entreprise publique autonome, à un organisme d'intérêt public, à un organisme, un service ou à une administration dépendant des Communautés ou des Régions, de la Commission Communautaire commune ou de la Commission Communautaire française, ou à un établissement d'enseignement subventionné, est réglée comme suit :