1. In afwijking van artikel 4 vervalt het recht tot het nemen van een besluit tot oplegging van een administratieve boete met betrekking tot niet-naleving van rechtstreeks toepasselijke Unierechthandelingen alsmede besluiten en verordeningen die door de ECB zijn vastgesteld in de uitoefening van haar toezichtstaken vijf jaar nadat de niet-naleving zich heeft voorgedaan of, in een geval van voortdurende niet-naleving, vijf jaar nadat de niet-naleving eindigde.
1. Par dérogation à l'article 4, le droit de prendre une décision d'infliger une sanction administrative pour des infractions liées à des actes pertinents directement applicables du droit de l'Union ou à des décisions et règlements adoptés par la BCE dans l'exercice de ses missions de surveillance prudentielle, expire cinq ans après la commission de l'infraction ou, en cas de manquement continu, cinq ans après la cessation du manquement.