Art. 12. Onverminderd de bepalingen van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, streeft men ernaar om bij de aanwijzing van de leden van de Raad, het taalkundig, ideologisch, filosofisch en sociaal evenwicht tussen de verschillende leden te verzekeren.
Art. 12. Sans préjudice de la loi du 20 juillet 1990 visant à promouvoir la présence équilibrée d'hommes et de femmes dans les organes possédant une compétence d'avis, la désignation des membres du Conseil tend à assurer un équilibre linguistique, idéologique, philosophique et social entre les différents membres.