Indien het beroep niet wordt ingesteld door de aanvrager van de vergunning, de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar of een adviserende instantie, vermeld in artikel 4.7.16, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wordt aan het beroepschrift het attest van aanplakking, vermeld in artikel 4.7.19, § 2, derde lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, toegevoegd, in zoverre dat beschikbaar is.
Si le recours n'est pas interjeté par le demandeur de l'autorisation, le fonctionnaire urbanistique régional ou une instance consultative, visée à l'article 4.7.16, § 1, premier alinéa, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire, l'attestation d'affichage, visée à l'article 4.7.19, § 2, troisième alinéa, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire, pour autant que disponible, est jointe au recours.