b) Wanneer er afdoend bewijs voor bestaat dat een vennootschap, onderneming, instelling of entiteit niet voldoet aan de criteria van lid 2, onder b), of van lid 2, onder c), maar wel aan het criterium van lid 2, onder a), wordt de opneming in bijlage VI van een dergelijke vennootschap, onderneming, instelling of entiteit in aanmerking genomen, tenzij er belangrijke redenen voor niet-opneming bestaan.
b) s'il existe des éléments de preuve concluants selon lesquels une société, un établissement, une institution ou une entité ne satisfait pas aux critères visés au paragraphe 2, point b) ou c), mais à celui visé au paragraphe 2, point a), ces sociétés, établissements, institutions ou entités sont présumés avoir vocation à figurer à l'annexe VI, à moins que des motifs substantiels de non-inclusion ne soient trouvés.