12. geeft uitdrukking aan zijn diepe bezorgdheid over de verslechtering van de mensenrechtensituatie in Iran in de afgelopen jaren; doet een beroep op de Iraanse autoriteiten om hun verplichtingen na te komen die voortvloeien uit de internationale mensenrechtennormen en de door Iran geratificeerde verdragsteksten, door universele waarden te verdedigen en alle personen het recht toe te kennen om van hun burgerrechten en politieke vrijheden gebruik te maken, zoals in de bovenvermelde resolutie van 25 oktober 2007 ter zake in herinnering is gebracht;
12. se déclare vivement préoccupé par la détérioration de la situation des droits de l'homme en Iran au cours de ces dernières années; appelle les autorités iraniennes à respecter leurs obligations conformément aux normes et aux instruments internationaux en matière de droits de l'homme ratifiés par l'Iran, en promouvant les valeurs universelles et en accordant à tous les citoyens le droit d'exercer leurs droits civils et leurs libertés politiques, et rappelle sa résolution précitée du 25 octobre 2007 sur ce sujet;