6. benadrukt de inzet van het Parlement om ervoor te zorgen dat de Conventie over de toekomst van Europa wordt voorzien van de noodzakelijke kredieten voor een succesvolle uitvoering van haar werkzaamheden; neemt kennis van de overeenstemming die de instellingen hebben bereikt over de financiering van de Conventie in 2002; wijst echter met nadruk op het zeer buitengewone karakter van de Conventie en op het feit dat de financieringsregeling geen precedentwerking kan hebben voor de toekomst; verwacht dat de werkzaamheden van de Conventie niet voor 31 decemb
er 2002 zullen zijn afgerond; wijst erop dat, in overeenstemming met het interin
...[+++]stitutioneel akkoord over de financiering van de Conventie, het aandeel in en het bedrag van de bijdragen van de afzonderlijke instellingen aan het fonds voor de waarschijnlijke voortzetting van de Conventie in 2003 opnieuw zullen moeten worden bezien; 6. souligne que le Parlement est résolu à faire en sorte que la Convention sur l'avenir de l'Europe dispose des crédits nécessaires pour mener à bien ses travaux; constate que les institutions ont dégagé un accord sur le financement de la Convention en 2002, mais souligne le caractère tout à fait exceptionnel de cet accord, dont les dispositions financières ne sauraient constituer un précédent pour l'avenir; estime que les travaux
de la convention ne seront pas terminés le 31 décembre 2002; fait observer que, conformément à l'accord interinstitutionnel sur le financement de la Convention, l
e pourcentage et le ...[+++]montant de la contribution de chacune des institutions au fonds destiné à financer la poursuite des activités de la Convention en 2003 devront être réexaminés;