De wetgever heeft in 1991 eraan herinnerd dat het erom ging de personeelsafgevaardigden en kandidaat-afgevaardigden te beschermen tegen willekeurig ontslag opdat zij hun mandaat in alle onafhankelijkheid zouden kunnen uitoefenen (Parl. St., Kamer, 1990-1991, nr. 1471/1, p. 5; Parl. St., Senaat, 1990-1991, nr. 1105-1, pp. 1 en 5).
Le législateur a rappelé, en 1991, qu'il s'agissait de protéger les délégués du personnel et les candidats délégués contre les licenciements arbitraires, de manière à leur permettre d'exercer leur mandat en toute indépendance (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, n° 1471/1, p. 5; Doc. parl., Sénat, 1990-1991, n° 1105-1, pp. 1 et 5).