18. stelt met nadruk dat eenieder die in Afghanistan misdaden tegen de menselijkheid begaan heeft, vooral tegen vrouwen, voor de rechter gebracht moet worden; vraagt het nieuw verkozen parlement om het probleem de nodige aandacht te geven en het statuut van Rome voor het internationaal strafrechtelijk hof zo spoedig mogelijk goed te keuren;
18. insiste sur la nécessité de juger tous ceux qui ont commis des crimes contre l'humanité en Afghanistan, en particulier contre des femmes; invite le Parlement récemment élu à examiner attentivement cette question; invite le Parlement afghan à ratifier dès que possible le statut de Rome de la Cour pénale internationale;