« niet [is] ingegeven door een verschil inzake de aantasting van de persoonlijke levenssfeer, maar omdat het mini-onderzoek moet voorbehouden worden voor punctuele maatregelen, hetgeen de voorlopige hechtenis, het afluisteren van telefoongesprekken of de observaties niet zijn en die, voor verlenging vatbaar, een opvolging vereisen die moeilijk los van het onderzoek kan worden beheerd.
« ce n'est pas en raison d'une différence quant à l'atteinte à la vie privée mais car la mini-instruction doit être réservée à des mesures ponctuelles, que ne sont ni la détention préventive ni les écoutes téléphoniques, ni les observations, qui, susceptibles d'être prolongées, exigent un suivi qu'il paraît difficile de gérer indépendamment de l'enquête.