In het arrest dat
inzake telefonische afluisteroperaties als referentie geldt (« Klass t/BRD » d.d. 6 september 1978), neemt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens uitdrukkelijk aan dat « de noodzaak een geheim toezicht op te leggen teneinde het geheel van de democratische samenleving te beschermen » een gegronde reden kon zijn om de afgeluisterde persoon niet op de hoogte te bren
gen van de bewakingsmaatregelen waarvan hij in het verleden het voorwerp was en om de betrokkene niet de mogelijkheid te bieden verhaal te halen voor d
...[+++]e rechtbank bij het opheffen van deze maatregeleN. -
Dans l'arrêt de référence en matière d'écoutes téléphoniques (« Klass c/RFA » du 6 septembre 1978), la Cour européenne des droits de l'homme a expressément admis que « la nécessité d'imposer une surveillance secrète pour protéger la société démocratique dans son ensemble » pouvait justifier que la personne écoutée ne soit pas avisée des mesures de surveillance auxquelles elle a été antérieurement soumise et qu'elle ne puisse recourir aux tribunaux quand on lève ces mesures.