De voorwaarden om in aanmerking te komen voor het VAP, zoals opgesomd in het koninklijk besluit van 20 juli 1981, strekken er dus toe, voor de zelfstandige de aftrekbaarheid van de pensioenbijdragen als beroepskosten te beperken tot een bedrag dat gelijk is aan de som van de RSZ-bijdragen, als werknemer en als werkgever, bestemd voor het wettelijk pensioen van een loontrekkende.
Les conditions d'accès à la PLC, reprises à l'arrêté royal du 20 juillet 1981, doivent donc permettre de limiter, dans le chef de l'indépendant, la déductibilité à titre de charges professionnelles des cotisations de pension à un montant équivalent à la somme des cotisations ONSS, employeur et travailleur, destinées à la pension légale, pour un salarié.