Zoals het Hof heeft opgemerkt (arrest van 29 september 1993), verlenen de artikelen 440 en 728 van het Gerechtelijk Wetboek aan de advocaten het in beginsel exclusieve recht om voor een derde te pleiten; de in artikel 728, derde lid, bedoelde afwijking van dat monopolie moet strikt worden geïnterpreteerd, waarbij de mogelijkheid tot afwijken bovendien aan de enkele federale wetgever toekomt.
Comme l'a relevé la Cour (C. A., 29 septembre 1993), les articles 440 et 728 du Code judiciaires confèrent aux avocats le droit en principe exclusif de plaider pour autrui; la dérogation à ce monopole, prévue à l'article 728, alinéa 3, est de stricte interprétation, la faculté de déroger appartenant en outre au seul législateur fédéral.