Vervolgens merkt het op dat dezelfde bepalingen, ten aanzien van diezelfde mandatarissen, slechts voorzien in één sanctie, namelijk het verval van het mandaat, dat gepaard gaat met een automatische onverkiesbaarheid van zes jaar, terwijl een burgemeester of een schepen die zich schuldig maakt aan kennelijk wangedrag, door de Regering kan worden bestraft met een schorsing van hoogstens drie maanden of een afzetting zonder dat daaruit enige onverkiesbaarheid voortvloeit.
Elle relève ensuite que ces mêmes dispositions ne prévoient, à l'égard de ces mêmes mandataires, qu'une seule sanction, la déchéance de mandat, assortie d'une inéligibilité automatique de six ans, alors qu'un bourgmestre ou un échevin qui se rend coupable d'inconduite notoire peut être sanctionné par le Gouvernement d'une suspension d'une durée maximale de trois mois ou d'une révocation sans qu'aucune inéligibilité ne s'ensuive.