Op basis van de bovenstaande analyse heeft de Commissie geoordeeld dat de zes overeenkomsten die onder het besluit vallen gezien het doel ervan mededingingsbeperkend waren en op vier afzonderlijke inbreuken op artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 53 van de EER-overeenkomst neerkwamen.
Sur la base de l’analyse qui précède, la Commission a estimé que les six accords faisant l’objet de la décision constituaient des restrictions de la concurrence par objet et équivalaient à quatre infractions distinctes au titre de l’article 101 du TFUE et de l’article 53 de l’accord EEE.