20. meent dat de EU als wereldspeler het voortouw moet nemen bij h
et uitdragen van de agenda "Behoorlijk werk voor allen en een
behoorlijk pensioen voor allen"; benadrukt dat een zeker minimum aan normen inzake arbeidsrechten en sociale bescherming moet worden vastgesteld en aangehouden als sociaal-economisch uitgangspunt waarmee alle landen ter wereld op de lange termijn duurzame welvaart kunnen bereiken, en onderstreept dat werk, werkgelegenheid en "behoorlij
k werk" idealiter zo spoedig mog
...[+++]elijk als de centrale punten van een negende millenniumdoelstelling zouden moeten worden goedgekeurd;
20. estime que l'UE devrait être, en tant qu'acteur mondial, un des principaux défenseurs de l'Agenda pour "un travail décent et une pension décente pour tous"; souligne qu'un socle minimum en matière de droits du travail et de protection sociale devrait être adopté et reconnu en tant que fondement socio-économique qui apporterait la prospérité à long terme à tout pays et souligne que l'emploi et un travail décent devraient, idéalement, être adoptés comme éléments fondamentaux d'un neuvième objectif du Millénaire pour le développement, dès que possible;