De voorgestelde regeling zal de integratiekansen van die personen verminderen ». De Staatssecretaris heeft geantwoord dat « het [.] budgettair niet mogelijk [is] de maximumuitkering voor die categorie van personen te behouden door met het inkomen van de echtgenoot of van degene met wie men een huishouden vormt geen rekening te houden » (Parl. St., Senaat, 1985-1986, nr. 335-2, pp. 14-15).
Le secrétaire d'Etat a répondu qu' il « est budgétairement impossible de maintenir le montant de l'allocation maximale pour cette catégorie de personnes en faisant abstraction du revenu de l'époux ou de celui avec lequel le handicapé forme un ménage» (Doc. parl., Sénat, 1985-1986, n° 335-2, pp. 14-15)