« Art. 22. Bij zware nalatigheid of algemeen bekend wangedrag kunnen de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn door het rechtscollege geschorst of afgezet, worden, op voorstel van het Verenigd College, van de raad voor maatschappelijk welzijn of van de gemeenteraad.
« Art. 22. Les membres du conseil de l'aide sociale peuvent, en cas de négligence grave et d'inconduite notoire, être suspendus ou révoqués par le collège juridictionnel, sur la proposition du Collège réuni, du conseil de l'aide sociale ou du conseil communal.