De verzoekende partijen gaan ervan uit dat artikel 3 van de bestreden ordonnantie van 3 april 2014 een aanzienlijke achteruitgang van de bescherming van het leefmilieu ten opzichte van de voormelde ordonnantie van 1 maart 2007 inhoudt die nie
t wordt verantwoord door het bestaan van dw
ingende redenen van algemeen belang, noch door nieuwe
wetenschappelijke studies waarin onomstotelijk wordt besloten dat de toegestane niveaus van elektromagnetische strali
...[+++]ngen onschadelijk zijn.
Les parties requérantes considèrent que l'article 3 de l'ordonnance attaquée du 3 avril 2014 comporte une régression sensible de la protection de l'environnement par rapport à l'ordonnance précitée du 1 mars 2007 qui n'est justifiée ni par l'existence de motifs impérieux d'intérêt général ni par de nouvelles études scientifiques concluant de manière probante à l'innocuité des rayonnements électromagnétiques aux niveaux autorisés.