F. overwegende dat concurrentie voor de lidstaten geen belemmering vormt om de marktdeelnemers in het algemeen belang (milieubelangen, gegarandeerde voorziening, regelmatige en kwalitatief adequate levering, prijsvorming), algemene verplichtingen op het gebied van openbare dienstverlening op te leggen, dat er echter voor deze verplichtingen in de lidstaten geen uniform concept bestaat,
F. considérant que la concurrence n'empêche pas les États membres d'imposer, dans l'intérêt général, des obligations de service public aux acteurs, qui peuvent porter sur la protection de l'environnement, la sécurité et la régularité et la qualité de l'approvisionnement et les tarifs; que ces obligations ne font toutefois pas l'objet d'une stratégie uniforme dans les différents États membres,
