I
n het algemeen gesproken, onderstreept de Raad zijn steun voor de doelstelling een evenwichtige deelneming van mannen en vrouwen aan beroeps- en gezinsleven te bewerkstelligen, zoals verwoord in de resolutie van juni 2000 waarin de Raad en de ministers van Werkgelegenheid en Sociaal Beleid de lidstaten aansporen alomvattende en geïntegreerde strategieën ter verwezenlijking van genoemde doelstelling uit
te stippelen, onder meer door na te gaan “in hoeverre in de respectieve rechtsorden na geboorte of adoptie
van een kind aan de ...[+++]mannelijke werknemer een individueel en niet-overdraagbaar recht op ouderschapsverlof kan worden toegekend, waarbij zijn rechten met betrekking tot arbeid onaangetast blijven, welk ouderschapsverlof gelijktijdig met het moederschapsverlof kan worden genoten, ongeacht de duur van het moederschapsverlof en het ouderschapsverlof”.D’une manière générale, le Conseil soutient l’objectif d’une participation équilibrée des hommes et des femmes à la vie professionnelle et à la vie familiale, comme il l’affirme dans sa résolution de juin 2000 dans laquelle il encourage, avec les ministres de l’emploi et des affaires sociales,
les États membres à mettre au point des stratégies globales et intégrées pour réaliser cet objectif notamment «en étudiant la possibilité, pour les ordres juridiques respectifs, de reconnaître aux hommes qui travaillent un droit individuel et non transmissible au congé de paternité, après la naissance ou l’adoption d’un enfant, tout en conservant l
...[+++]es droits relatifs à leur emploi, congé qu’ils prendraient en même temps que la mère prend un congé de maternité, indépendamment de la durée des congés de maternité et de paternité».