Artikel 101, 3°, van voornoemde wet beoogt immers dat de algemene regels zoals vastgesteld in de artikelen 1720, 1754 en 1755 van het Burgerlijk Wetboek, dwingend zijn inzake de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats, wat de verdeling van de huurherstellingen betreft.
L’article 101, 3°, de ladite loi rend, en effet, impératives à l’égard des baux de résidence principale les règles générales fixées par les articles 1720, 1754 et 1755 du Code civil en matière de répartition des réparations locatives.