(10) Alhoewel de «schorsing» voor de Raad van State, geen «definitieve» beslissing is, wordt dit opgelost doordat er steeds een voortzetting van de rechtspleging tot vernietiging moet gevorderd worden (art. 17 gecoörd. W. Raad van State) — Indien de schorsing wordt afgewezen, moet de verzoekende partij binnen 30 dagen de voortzetting verzoeken, zoniet wordt afstand van het geding vermoed.
(10) Bien que la «suspension» devant le Conseil d’État ne constitue pas une décision «définitive», ce problème est résolu du fait que le requérant doit toujours introduire une demande de poursuite de la procédure en annulation (article 17 des lois coordonnées sur le Conseil d’État) — Si la suspension est rejetée, la partie requérante doit introduire une demande de poursuite de la procédure dans un délai de trente jours, sans quoi il existe une présomption de désistement d’instance.