Bij de voorstelling van zijn verslag aan de Assemblée nationale wees de voorzitter van de commissie voor Justitie erop dat « het Parlement zijn wil heeft bevestigd om alle uitzonderingsprocedures en -rechtbanken uit onze rechterlijke organisatie te weren, aangezien die, hoewel dat de taak van het gerecht is, zeker niet de vrijheden beschermden, maar evenveel bedreigingen vormden voor de uitoefening van de fundamentele burgerrechten» (Assemblée nationale, Stuk nr. 758, 1981-1982, vergadering van 6 april 1982).
Présentant son rapport à l'Assemblée nationale, le président de la commission de la Justice notait : « Le Parlement a affirmé sa volonté de faire disparaître de notre organisation judiciaire l'ensemble des procédures et juridictions d'exception qui, loin de protéger les libertés comme c'est la mission de la Justice, constituaient autant de menaces à l'exercice des droits fondamentaux reconnus aux citoyens » (Assemblée nationale, doc. nº 758, 1981-1982, séance du 6 avril 1982).