2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat een poging om een strafbaar feit bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a), b) of c), artikel 3, lid 2, of artikel 3, lid 3, in verband met handelingen bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a), b) of c), te plegen, strafbaar wordt gesteld als een strafbaar feit.
2. Les États membres prennent les mesures nécessaires pour s'assurer qu'une tentative de commettre une infraction visée à l'article 3, paragraphe 1, point a), b) ou c), à l'article 3, paragraphe 2, ou à l'article 3, paragraphe 3, en ce qui concerne les comportements visés à l'article 3, paragraphe 1, points a), b) et c), est punissable en tant qu'infraction pénale.