Overigens kan de rechterlijke overheid die in het kader van het Verdrag de terugkeer van het kind gelast of uitspraak doet over het bezoekrecht, krachtens het laatste lid van artikel 26, alle kosten die door de verzoeker of in diens naam zijn gemaakt, inzonderheid reiskosten, kosten voor gerechtelijke vertegenwoordiging van de verzoeker of voor de terugkeer van het kind, evenals alle kosten en onkosten gemaakt om het kind op te sporen, ten laste leggen van de persoon die het kind heeft overgebracht of vastgehouden, of die de uitoefening van het bezoekrecht heeft verhinderd.
Par ailleurs, en vertu du dernier alinéa de l'article 26, l'autorité judiciaire qui, dans le cadre de la Convention, ordonne le retour de l'enfant ou statue sur le droit de visite, peut mettre à la charge de la personne qui a déplacé ou retenu l'enfant ou, qui a empêché l'exercice du droit de visite, le paiement de tous les frais nécessaires engagés par le demandeur ou en son nom, notamment des frais de voyage, des frais de représentation judiciaire du demandeur et de retour de l'enfant, ainsi que de tous les coûts et dépenses faits pour localiser l'enfant.