2. Indien een verzoek tot kwijtschelding van rechten wordt ingediend overeenkomstig artikel 238, 239 of 240 of wanneer goederen in beslag worden genomen met het oog op verbeurdverklaring naderhand overeenkomstig artikel 233, onder c), tweede streepje, of d), wordt de verplichting van de schuldenaar om de rechten te voldoen opgeschort onder de volgens de procedure van het Comité vastgestelde voorwaarden.
2. Lorsqu'une demande de remise des droits est introduite conformément à l'articles 237, 238 ou 239 ou lorsqu'une marchandise est saisie en vue d'une confiscation ultérieure conformément aux articles 233 point b), point c) deuxième tiret ou point d), il est sursis à l'obligation du débiteur d'acquitter les droits, dans les conditions déterminées selon la procédure du comité.