De plaat moet zichtbaar zijn in de gehele ruimte die do
or de volgende vier vlakken wordt begrensd : twee
verticale vlakken , gaande door de twee zijkanten van de plaat en naar buiten toe een hoek van 30 * vormende met het symmetrievlak in de lengterichting van het voertuig ; een vlak gaande door de bovenrand van de plaat en een hoek van 15 * in opwaartse richting vormende met het horizontale vlak ; het horizontale vlak door de onderrand van de plaat ( Indien evenwel de hoogte van de bovenrand van de plaat boven het wegdek meer bedra
...[+++]agt dan 1,20 m , moet laatstgenoemd vlak een hoek van 15 * in neerwaartse richting met het horizontale vlak vormen . )
La plaque est visible dans tout l'espace compris entre plans, à savoir : deux plans verticaux passant par les deux bords latéraux de la plaque et formant vers l'extérieur un angle de 30º avec le plan longitudinal médian du véhicule ; un plan passant par le bord supérieur de la plaque et formant un angle de 15º vers le haut avec le plan horizontal ; un plan horizontal passant par le bord inférieur de la plaque (toutefois, si la hauteur du bord supérieur de la plaque par rapport au sol est supérieure à 1,20 m, ce dernier plan forme un angle de 15º vers le bas avec le plan horizontal).