Het tot aanstelling bevoegde gezag verbiedt in beginsel gewezen hooggeplaatste ambtenaren als bepaald in de uitvoeringsmaatregelen om gedurende de 12 maanden na beëindiging van de dienst zich in te laten met lobby-activiteiten of belangbeharting voor hun bedrijf, klanten of werknemers bij personeel van hun voormalige instelling met betrekking tot kwesties waarvoor ze verantwoordelijk waren tijdens hun laatste drie dienstjaren.
Dans le cas des anciens membres du personnel d'encadrement supérieur au sens des mesures d'application, l'autorité investie du pouvoir de nomination leur interdit, en principe, pendant les douze mois suivant la cessation de leurs fonctions, d'entreprendre une activité de lobbying ou de défense d'intérêts vis-à-vis du personnel de leur ancienne institution pour le compte de leur entreprise, de leurs clients ou de leurs employeurs concernant des questions qui relevaient de leur compétence pendant leurs trois dernières années de service.