Ze was bedoeld om alle verdragsluitende partijen van het MARPOL-verdrag erop te wijzen dat de lidstaten van de Europese Unie geen van allen zouden toestaan dat de onder hun vlag varende olietankschepen zich op één van de in het verdrag voorziene ontheffingen beroepen, namelijk het gebruik van enkelwandige schepen voor het vervoer van olie.
Elle visait à indiquer à toutes les parties contractantes de la Convention Marpol qu’aucun État membre de l’Union européenne n’autoriserait les pétroliers battant son pavillon à avoir recours à l’une des exemptions prévues par la convention, à savoir l’usage de navires à simple coque pour le transport de pétrole.