De terugbetaling van de verstrekkingen verleend door de instelling van de verblijfplaats of de woonplaats met toepassing van artikelen 13 tot 16, paragraaf 2, en artikel 20, paragraaf 1, van de Overeenkomst, wordt gedaan door de bevoegde instelling op grond van de werkelijke uitgaven en rekening houdende met de overgelegde bewijsstukken.
Le remboursement des prestations en nature servies par l'institution du lieu de séjour ou de résidence en application des articles 13 à 16 paragraphe 2 et de l'article 20 paragraphe 1 de la Convention s'effectue par l'institution compétente sur la base des dépenses réelles, compte tenu des justifications produites.