De beweerde schending, gesteld dat ze zou zijn aangetoond, kan ten voordele van de partijen die de geldigheid van het voormelde besluit hebben betwist, niet het onaantastbaar recht doen ontstaan om voor altijd te worden vrijgesteld van een « bijdrage », zelfs indien de betaling ervan gegrond zou zijn op een nieuwe akte waarvan de regelmatigheid onbetwistbaar zou zijn.
La violation alléguée, à la supposer établie, ne peut faire naître en faveur des parties qui ont contesté la validité de l'arrêté précité le droit intangible d'être dispensées à jamais de payer une « redevance » alors même que le paiement de celle-ci serait fondé sur un acte nouveau dont la régularité serait incontestable.