4. is van mening dat alle lidstaten in hun besluiten over energie-infrastructuurprojecten rekening moeten houden met aspecten op het vlak van de energiesolidariteit in de Europese Unie; betreurt het gebrek aan vooruitgang met betrekking tot een gemeenschappelijk Europees energiebeleid, en is bezorgd over bilaterale overeenkomsten die verschillende lidstaten hebben gesloten, die de mogelijkheid van de Europese Unie om met een gemeenschappelijke
stem te spreken met belangrijke leverancierslanden kunnen ondermijnen; dringt er nogmaals bij de lidstaten op aan om de Commissie en elkaar op
de hoogte te houden ...[+++]alvorens strategische beslissingen te nemen over belangrijke bilaterale overeenkomsten met betrekking tot energieprojecten, die de belangen van andere lidstaten en de EU als geheel zouden kunnen schaden, zoals bij alle buitenlandse beleidskwestie van gemeenschappelijk belang gedaan dient te worden; 4. estime que les aspects de la solidarité énergétique au sein de l'Union européenne devraient être pris en considération par tous les États membres dans leurs décisions concernant les projets d'infrastructure énergétique; déplore l'absence de progrès sur la voie d'une politique énergétique européenne commune, et exprime son inqui
étude à l'égard des accords bilatéraux conclus par plusieurs États membres, qui risquent de compromettre les chances de l'Union européenne de s'exprimer d'une seule voix avec les principaux pays fournisseurs; invite une nouvelle fois les États membres à tenir au courant la Commission, et à se tenir mutuellemen
...[+++]t informés avant la prise de décisions stratégiques concernant des accords bilatéraux essentiels sur des projets énergétiques, qui pourraient affecter les intérêts d'autres États membres, comme cela devrait être le cas pour toutes les questions d'intérêt commun concernant la politique extérieure;