3. Wanneer een verbindingsdienst of een bevoegde ambtenaar een verzoek om bijstand ontvangt dat een optreden buiten zijn territoriale bevoegdheid of ambtsgebied vereist, geeft hij het verzoek onmiddellijk door aan het centrale verbindingsbureau voor accijnszaken van zijn eigen lidstaat en de bevoegde ambtenaar van de verantwoordelijke verbindingsdienst, en stelt hij de verzoekende autoriteit hiervan in kennis.
3. Lorsqu'un service de liaison ou un fonctionnaire compétent reçoit une demande d'assistance nécessitant une action en dehors de sa zone territoriale ou opérationnelle, il la transmet immédiatement au bureau central de liaison pour l'accise de son État membre ainsi qu'au fonctionnaire compétent du service de liaison responsable et en informe l'autorité requérante.