Indien zij, als gevolg van de behoeften van de dienst, niet het geheel of een deel van hun jaarlijks vakantieverlof hebben kunnen nemen
vóór de definitieve ambtsneerlegging, wordt aan de deskun
digen bedoeld in de artikelen 4 en 6 van dit besluit die de uitoefening van hun ambt niet cumuleren met een andere beroepsactiviteit, en aan de personeelsleden van de kabinetten bedoeld in artikel 10 die de vaste vertrektoelage bedoeld in artikel 25 niet genieten, een compenserende toelage toegekend waarvan het bedrag gelijk is aan hun laatste wedde in verband met d
...[+++]e niet genomen verlofdagen.
Si par suite des nécessités du service, ils n'ont pu prendre tout ou partie de leur congé annuel de vacances avant la cessation définitive de leur fonction, il est octroyé aux experts visés aux articles 4 et 6 qui n'exercent pas leurs fonctions en cumul avec une autre activité professionnelle et, aux membres du personnel des cabinets visés à l'article 10, qui ne bénéficient pas de l'allocation forfaitaire de départ prévue à l'article 25, une allocation compensatoire dont le montant est égal à leur dernier traitement afférent aux jours de congés non pris.