Daar waar de « oude adel » uit het Ancien Regime te situeren is binnen een totaal andere context, wijst het verlenen van adeldom sinds de eedaflegging van Leopold I op een « superioriteitsdenken » vanwege een bepaalde groep die ten onrechte een historisch recht van bestaan wil claimen.
Si la « vieille noblesse » de l'Ancien Régime s'inscrit dans un tout autre contexte, l'anoblissement tel qu'il est pratiqué depuis la prestation de serment de Léopold I consacre un « sentiment de supériorité » d'un groupe qui revendique indûment un droit d'existence historique.