3. Om de verklaring van inschrijving af te geven mogen de lidstaten van de in artikel 9 , lid 1, onder a) of b), bedoelde burger van de Unie slechts verlangen dat deze een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort overlegt en dat hij door middel van een verklaring of op enige andere ten minste gelijkwaardige wijze, naar keuze van de betrokkene, verklaart dat hij voldoet aan de in artikel 9 , lid 1, hetzij onder a), hetzij onder b), bedoelde voorwaarden.
3. Pour la délivrance de l'attestation d'enregistrement, les États membres ne peuvent demander au citoyen de l'Union visé à l'article 9 , paragraphe 1, points a) ou b), que de présenter une carte d'identité ou un passeport en cours de validité et d'assurer par déclaration ou par tout autre moyen, au choix de l'intéressé, au moins équivalent, qu'il répond aux conditions prévues par l'article 9 , paragraphe 1, soit sous a) ou sous b).