Wanneer het personeelslid de machtiging heeft gekregen om naar huis (gewone verblijfplaats) te gaan met zijn wapen, is het gehouden te handelen als een goede huisvader en dus de maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om onder andere diefstal, onrechtmatig gebruik of beschadiging te vermijden.
Lorsque le membre du personnel est autorisé à rentrer à son domicile (lieu de résidence habituel) avec son arme, il est tenu d'agir en bon père de famille et de prendre ainsi les mesures qui s'imposent pour en éviter, notamment, le vol, l'usage abusif ou la dégradation.