1° runderen, varkens, geiten, schapen, eenhoevigen, hertachtigen, gevogelte, gekweekte vis en andere voor productie gehouden dieren die op het bedrijf zijn gestorven maar niet voor menselijke consumptie zijn geslacht, met inbegrip van de doodgeboren en ongeboren dieren;
1° bovins, porcins, caprins, ovins, équidés, cervidés, volailles, poisson de culture et autres animaux tenus pour la production, morts dans l'entreprise mais non abattus pour la consommation humaine, y compris les animaux mort-nés et à naître;